Prospections

Editorial Tekst
11/08/2021


ExitStateCraft

In zijn boek The Civilization of the Renaissance in Italy uit 1860 merkte historicus Jacob Burckhardt op dat met de Italiaanse stadstaten van de Renaissance ‘een nieuw feit in de geschiedenis verscheen: de staat als het resultaat van reflectie en berekening, de staat als kunstwerk’.[1] Tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef de filosoof Ernst Cassirer, bekend met het werk van Burckhardt, in dezelfde geest verder, met het argument dat rond 1500, met Macchiavelli, ‘de staat zijn volledige autonomie [had] verworven […] maar tegelijkertijd [was] het volledig geïsoleerd. Het scherpe mes van Macchiavelli’s gedachte [had] alle draden afgesneden waarmee in vroegere generaties de staat was vastgemaakt aan het organische geheel van het menselijk bestaan.’[2] Cassirer benadrukt dat ‘Macchiavelli niet alleen een nieuwe wetenschap wilde introduceren, maar ook een nieuwe kunst van politiek. Hij was de eerste moderne auteur die sprak over de “kunst van de staat”.’[3] Hier wordt het woord ‘kunst’ gebruikt in de zin van ’techne’, een reeks technische vaardigheden. Wanneer de kunstenaar Jonas Staal vandaag de dag schrijft over ‘de kunst van het creëren van een staat’ en ‘de kunst van de staatloze staat’, vermengt hij zulke vroege begrippen van staatsmanschap met latere romantische en avant-gardistische opvattingen van kunst.

Het begrip natiestaat wordt vaak geassocieerd met het ‘Westfaalse’ systeem dat werd vastgelegd tijdens de Vrede van Westfalen in 1648, maar dit is slechts één (cruciaal) moment in de ontwikkeling van de kunst van de staat. Aan de hand van Burckhardt en Cassirer zou je naar het Italië uit de Renaissance kunnen kijken voor bepaalde cruciale theoretische uitwerkingen die nodig waren vanwege de precariteit van de kleine stadsstaten, vaak verscheurd door interne onenigheid en aanvallen van buiten, bijvoorbeeld door territoriale staten als Frankrijk en Spanje die verschillende Italiaanse steden onder hun gezag stelden. Dit gegeven suggereert een noodzaak om verder te kijken dan Burckhardt en Cassirers humanistische fetisjisering van het Italië van de Renaissance in de vijftiende en vroege zestiende eeuw. Onlangs heeft politiek theoreticus Mahmood Mamdani zich verdiept in het Spanje van dezelfde periode en in het bijzonder in de dubbele gebeurtenis van 1492: de verdrijving van de Spaanse Joden en Moren (dat wil zeggen: etnische zuivering) en de ‘ontdekking’ van de Nieuwe Wereld door Colombus (dat wil zeggen: kolonisatie). Voor Mamdani is dit, in tegenstelling tot de Vrede van Westfalen, het beslissende moment voor de ontwikkeling van de moderne staat. ‘Westfalen’ lanceerde slechts een regime waarbij de Europese staten minderheden in hun eigen land ‘tolereerden’, terwijl ze een necropolitiek programma in de koloniën ontwikkelden.[4]

Rond 1800 vond er een verdere mutatie plaats van (natie-)staatsmanschap die zowel in Europa als daar buiten ingrijpende gevolgen zou hebben. De soevereiniteitsbepaling van ‘het volk’ door de Franse Revolutie zorgde voor de vraag wie wel en wie niet een volwaardig lid van het volk kan zijn. Het antwoord van de Romantiek was om een ​​organisch en etnisch homogeen Volk te idealiseren als het biologische lichaam van de staat. De romantische reactie tegen Napoleon, in combinatie met een racistische ideologie die in dienst stond van de koloniale heerschappij, leidde tot een verankering van etnonationalisme en witte overheersing in het staatsapparaat. De kracht van deze constructie, die door verschillende hoogstaande universalismen werd verdoezeld in plaats van aangepakt en ontmanteld, is de afgelopen jaren opnieuw naar voren gekomen.

Onder het neoliberalisme zijn democratische natiestaten al lang uitgehold door degenen die door hoogleraar Ruth Wilson Gilmore ‘anti-statelijke staatsactoren’ genoemd worden. Oftewel de mensen en organisaties (denktanks, politieke partijen, enzovoorts) die een anti-staatretoriek gebruiken om het staatsapparaat in handen te krijgen en privatiseringsprogramma’s op te leggen, inclusief forse bedrijfssubsidies, terwijl het socialezekerheidsstelsel wordt ontmanteld.[5] Het trumpisme, de Brexitcampagne in het Verenigd Koninkrijk en de Duitse politieke partij Alternative für Deutschland hebben ervoor gezorgd dat leden van de financiële en politieke elite de anti-staatretoriek in Völkische, witte nationalistische en fascistische richtingen hebben geduwd, waarbij ze ontevreden witte kiezers beloofden dat ze ‘de controle zullen heroveren’ op de staat, terwijl ze de bestaande belemmeringen voor bedrijfsbelangen tegelijkertijd ontmantelden.

BAK heeft gereageerd op deze hernieuwde opkomst van het nationalisme en het fascisme in de reeks Propositions for Non-Fascist Living (2017–doorlopend) en zich beziggehouden met de aanhoudende en toenemende problematisering van de staat in hedendaagse theorie, kunst en activisme met projecten zoals Call the Witness (2011), Jonas Staals New World Academy (2013-2015), FORMER WEST (2008–2016) en Once We Were Artists (2017). Als redactionele serie op het platform Prospections van BAK zal ExitStateCraft’ naast nieuwe bijdragen ook archiefmateriaal van deze projecten publiceren.

In plaats van de nieuwste glimmende gadgets op de markt van radicale theorie aan te prijzen, positioneert ExitStateCraft’ zichzelf als onderdeel van een doorlopend gesprek. Het resoneert met recente projecten zoals Extra States: Nations in Liquidation van iLiana Fokianaki (ExtraCity, Antwerpen, 2018). De titel is een toe-eigenende knipoog naar het boek Extrastatecraft (2014) van Keller Easterling en de video-installatie ExtraSpaceCraft (2016) van Hito Steyerl.[6] Easterlings samentrekking verwijst naar de ‘vaak niet bekendgemaakte activiteiten’ die plaatsvinden in de ‘infrastructurele ruimte’ van globalisering, in een tijd waarin het mondiale financiële kapitaal de natiestaat overtroeft en transformeert, wat resulteert in locaties ‘van meerdere, overlappende of geneste vormen van soevereiniteit, waar binnenlandse en transnationale jurisdicties botsen’.[7] Steyerl heeft een boeiend essay geschreven over vrijhavens, zones waar activa, waaronder kunstwerken, belastingvrij worden opgeslagen en verkocht, als een goed voorbeeld van kapitalistische Extrastatecraft, maar haar installatie ExtraSpaceCraft richt zich op een ander soort vrije zone. [8]Het werk bestaat uit een documentaire fictie waarin autonome droneherders hun ‘kudde’ over het Iraakse deel van Koerdistan laten vliegen; naast Chiapas is Koerdistan een belangrijke plaats geworden van emancipatoire ExitStateCraft.

Zelfs (en vooral) in een situatie van afnemende staatssoevereiniteit zijn er theoretici die volhouden dat ‘staten een cruciaal embleem blijven van politieke betrokkenheid en politieke bescherming’ en dat ‘het lot van vluchtelingen en andere staatloze volkeren een herinnering is aan de mate waarin staten de enige betekenisvolle plaatsen blijven van politiek burgerschap en rechtengaranties’[9]. Sommige staatloze personen en volkeren zijn het daar niet mee eens. Zoals Dilar Dirik, een wetenschapper en activist van de Koerdische Vrouwenbeweging, het in gesprek met Staal stelde tijdens New World Academy Reader #5: Stateless Democracy, samengesteld met de Koerdische Vrouwenbeweging, is het Koerdisch activisme verschoven weg van ‘het verlangen naar een staat’ vanwege nogal overtuigende en dwingende redenen.

Ondanks alle hoop die op Rojava of Chiapas is gevestigd, zal de staatsvorm de levens van grote bevolkingsgroepen blijven beïnvloeden. Kritiek zowel voor als tegen deze vorm, of deze reeks vormen, is nodig. ExitStateCraft’ wordt opgevat als een forum om voorstellen te ontwikkelen voor exitstrategieën uit de staat in haar huidige vorm(en). Het gaat erom het gesprek dialectisch en haperend voort te zetten, aan de hand van uiteenlopende en tegenstrijdige vormen; van het bedenken van alternatieve staten tot het werken aan poststatistische sociale vormen, van inter- naar trans- of postnationale organisatiestructuren en van kritiek op het juridische apparaat tot een totale afschaffing van de wet.

– Sven Lütticken, juli 2021

[1] Jacob Burckhardt, The Civilization of the Renaissance in Italy (1860), vertaling door S.G.C. Middlemore (Wenen/New York: Phaidon/Oxford University Press, z.d.), p. 2.

[2] Ernst Cassirer, The Myth of the State (New Haven: Yale University Press, 1946), p. 140.

[3] Cassirer, The Myth of the State, p. 154.

[4] Mahmood Mamdani, Noch Settler noch Native: The Making and Unmaking of Permanent Minorities (Cambridge, MA: The Belknap Press van Harvard University Press, 2020), pp. 1-14.

[5] Zie bijvoorbeeld Ruth Wilson Gilmore, ‘In the Shadow of the Shadow State’, S&F Online 13, nr. 2 (voorjaar 2016), https://sfonline.barnard.edu/navigating-neoliberalism-in-the-academy-nonprofits-and-beyond/ruth-wilson-gilmore-in-the-shadow-of-the-shadow- staat/0.

[6] Voor Extra States, zie https://extracitykunsthal.org/en/exhibitions/extra-states.

[7] Keller Easterling, Extrastatecraft: The Power of Infrastructure Space (Londen: Verso, 2014), p. 15.

[8] Hito Steyerl, ‘Duty Free Art’, in Duty Free Art (Londen: Verso, 2017), pp. 75-99.

[9] Wendy Brown, Walled States, Waning Sovereignty (New York: Zone Books, 2010/2017), p. 79.

Related content