Inter-discipline or Non-discipline?
Kunstenaars verlaten zich tegenwoordig minder dan ooit op de klassieke opleiding die in vroeger tijden bepalend was voor hun kunstenaarschap. In toenemende mate maken kunstenaars gebruik van onderzoeksmateriaal, hebben zij wetenschap van en werken samen met andere disciplines en gebruiken ze een grote verscheidenheid aan media. Als gevolg hiervan worden complexe kunstwerken gecreëerd die vaak het domein van de louter visuele taal ontstijgen en uiteenlopende disciplinaire invloeden, perspectieven en ideeën bevatten. Tegelijkertijd lijken veel kunstenaars met name te worden aangetrokken door filosofische of theoretische teksten, die op hun beurt hun werk beïnvloeden. In plaats van binnen de disciplinaire grenzen te werken, herdefinieert de hedendaagse beeldende kunst zichzelf voortdurend via complexe ‘interdisciplinaire’ werkwijzen.
In het licht van deze ontwikkelingen is de vraag wat het voorvoegsel ‘inter-’ nu eigenlijk betekent voor de relatie tussen kunst en andere kennisdomeinen of vakgebieden (zoals architectuur, geschiedenis, wetenschap of sociologie) een belangrijk punt van discussie. Worden uitwisselingen tussen kunst en meer ‘traditionele’ kennisdomeinen gekenmerkt door symbiose en creativiteit of door vijandschap en wederzijds wantrouwen? Wanneer kunstenaars werken met specialisten, of informatie putten uit specifieke gebieden buiten het domein van de kunst, bestaat de kans dat het resultaat wordt beschouwd als een ‘amateuristische’ verkenning van een onderwerp die minder geloofwaardig is dan het oorspronkelijke materiaal. Aan de andere kant hoeft de kunstpraktijk zich niet te houden aan de rigide regels en strikte methodologische voorschriften die voor veel andere disciplines essentieel zijn. Hierdoor wordt een uniek soort kennis geproduceerd en ontstaan nieuwe inzichten die door de rigiditeit en de begrenzingen van de academische wereld vaak worden bemoeilijkt – een fenomeen waar andere disciplines van zouden kunnen leren. ‘Interdisciplinaire’ praktijken in de hedendaagse kunst zouden een vorm van interventie kunnen aangeven die zowel op affiniteit als op exclusiviteit is gebaseerd. Als de veranderlijkheid en de ongedefinieerde grenzen van kunst ‘ongedisciplineerde’ handelingen toestaan (toe-eigening, deconstructie en reconstructie van bepaalde soorten kennis), dan behoudt de kunst het vermogen door de tweedeling van praktijk en theorie heen te breken en nieuwe vormen van kennis te ontwikkelen. Of blijven dit soort methoden slechts ‘bijvoegsels’ van andere disciplines en zal de receptie ervan beperkt blijven tot het gesloten circuit van de elite van de kunstwereld?
Voor meer informatie over het parallelprogramma in samenwerking met NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek), zie www.co-ops.nl.
Programma
Inter-discipline or Non-discipline? gaat in op diverse interpretaties van de zogenaamde interdisciplinaire benadering in de hedendaagse kunst en haar positie binnen andere disciplinaire kennissystemen.
13.00 – 16.00 hrs
Parallelprogramma in samenwerking met NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek); voor meer informatie, zie www.co-ops.nl.
14.00 uur
Discussiegroep
16.00 uur
Lezingen door en discussie met:
Lonnie van Brummelen & Siebren de Haan, kunstenaars, Amsterdam
Mariana Castillo Deball, kunstenaar, Amsterdam/Berlijn/Mexico City
Bruno Latour, filosoof, socioloog, curator, Parijs
19.00 uur
Pauze
20.00 uur
Anne van der Zwaag, kunsthistoricus, introduceert en draagt voor uit een selectie kunstenaarsboeken.