Over

Nicole
Pollentier

schrijver en curator, New York

Nicole Pollentier is schrijver en curator. Momenteel rondt zij haar masteropleiding in Curatorial Studies af aan het Center for Curatorial Studies, Bard College, New York. Haar afstudeerproject zal bestaan uit een tentoonstelling, getiteld Degrees North: Six Artists and the Icelandic Landscape, met kunstwerken van Birgir Andrésson, Douwe Jan Bakker, Hreinn Friðfinnsson, Kristján Guðmundsson, Sigurður Guðmundsson en Magnús Pálsson. In 2005 behaalde zij de Master in Fine Arts/Creative Writing aan de San Francisco State University. Daarvoor werkte Pollentier bij SECA (Society for the Encouragement of Contemporary Art) als coördinator, ‘special projects coordinator’, assistent van de Curator of Education and Public Programs, en als assistent van de Director of Development. Pollentier woont en werkt in New York.

Gedurende mijn Research-in-Residence bij BAK, basis voor actuele kunst, heb ik het werk van de Nederlandse conceptuele kunstenaar, Douwe Jan Bakker onderzocht. De eerste keer dat ik over Bakker hoorde was tijdens mijn onderzoek naar het werk van de IJslandse kunstenaar Birgir Andrésson. Ik las in een essay dat Birgir Bakker als zijn mentor had beschouwd. In Utrecht deed ik navraag naar het werk van Bakker en ontdekte dat hij niet vaak besproken werd in hedendaagse kunstkringen. Ik begon te zoeken naar publicaties over zijn werk en kwam er achter dat het Centraal Museum een boek had gepubliceerd over een werk van Bakker, getiteld A Vocabulary Sculpture in the Icelandic Landscape (1975). Dit boek bevond zich in de collectie van de kunstboekhandelaar Andre Swertz, die in Utrecht woonde en bij toeval de ‘bibliotheek’ van Bakker (de boeken die in zijn studio op de boekenplanken hadden gestaan) na zijn dood had aangekocht. Terwijl ik deze boeken bestudeerde was ik verrast door het feit dat de meeste boeken waren geschreven door of gingen over IJslandse kunstenaars, sommigen handgemaakt, en velen gedrukt op de Jan van Eijck Academie. Verder onderzoek wees uit dat Bakker begeleider was geweest op de Jan van Eijck Academie, waar hij samenwerkte met Birgir Andrésson en kennis maakte met een gemeenschap van IJslandse kunstenaars die in de jaren zeventig van de vorige eeuw naar Nederland waren verhuisd, waaronder Sigurður Guðmundsson, zijn broer Kristján Guðmundsson, en Hreinn Friðfinnsson. Al snel reisde Bakker naar IJsland, en werden de IJslandse taal en het landschap dominante factoren in zijn werk.

Bakker nam deel aan de groepstentoonstelling Nature Art in het Nederlands paviljoen tijdens de Biënnale van Venetië in 1978, samengesteld door Gijs van Tuyl (de huidige directeur van het Stedelijk Museum). Hij nam in de jaren zeventig ook deel aan verscheidene andere groepstentoonstellingen en was het onderwerp van een overzichtstentoonstelling in het Gemeente Museum in Den Haag in 1996. Sinds zijn dood in 1997 is het werk van Bakker in Nederland echter in de vergetelheid geraakt, terwijl hij in IJsland nog steeds hoog gewaardeerd wordt.

Mijn Research-in-Residence bij BAK gaf me de mogelijkheid om directe toegang te krijgen tot de bibliotheek van Bakker. Bovendien kreeg ik, met de hulp van Maria Hlavajova, artistiek directeur van BAK, de kans om kennis te maken met Gijs van Tuyl, de eerste curator van Bakkers werk in Nederland in de jaren zeventig. Ook maakte ik kennis met Jan Voss, eigenaar van kunstenaarsboekhandel Boekie Woekie in Amsterdam, die Bakker en veel van de IJslandse kunstenaars in zijn kennissenkring, heeft gekend. Het werk dat ik tijdens mijn Research-in-Residence bij BAK heb gedaan zal de tentoonstelling, die ik ter afsluiting van mijn master thesis aan het ontwikkelen ben, ondersteunen. Deze tentoonstelling zal plaatsvinden in de galeries van het Bard Center for Curatorial Studies (New York) in het voorjaar van 2008.