Fragment uit het Manifest for het Nationaal Choreografisch Centrum

Ik verlies mijn kalmte niet; ik wil alleen voorstellen het woord ‘Centrum’ te schrappen, dan het woord ‘Choreografisch’, dan het woord ‘Nationaal’!

Het woord ‘Centrum’ in de naam Nationaal Choreografisch Centrum is het resultaat van een indrukwekkend publieksbeleid, dat bewezen heeft dat het centrum meervoudig kan zijn en zich op andere plaatsen dan de hoofdstad van Frankrijk kan verveelvoudigen. En opdat deze impuls gehandhaafd blijft, moet een verdere emancipatie nu tot uitdrukking gebracht worden: het vraagstuk van centrum en decentralisering wijkt dan voor een ruimte waar van dergelijke kwesties alleen nog de sporen zichtbaar blijven.

Het zoeken naar het ‘centrum’… Voor een danser verwijst deze uitdrukking in de eerste plaats naar het lichaam. Nog niet zo lang geleden werd de danser bij het trainen systematisch gezegd dat hij ‘zijn centrum moest vinden’. Maar tegenwoordig wordt algemeen erkend dat het lichaam geen centrum heeft en dat ook niet mist. Het moderne lichaam heeft geen centrum nodig omdat dat afwezige centrum, de kern die je een geruststellend gevoel kan geven, er niet is, heeft opgehouden te bestaan. En juist in de leegte van een lichaam dat van zijn centrum is ontdaan, is er plaats voor dans.

Daarom kan ook het woord ‘choreografisch’ geschrapt worden, wat het mogelijk maakt het vanuit een andere invalshoek te benaderen. Dans sluit weliswaar een choreografische dimensie in, maar gaat dit kader gelukkig ook te buiten. Dans bestrijkt veel meer dan enkel het choreografische: zijn domein moeten we vergroten, willen we dat de al te gesloten symbolische ruimte waarin dans zich in onze samenleving nog altijd bevindt zich opent. De ruimte van een Nationaal Choreografisch Centrum dient zich uit te strekken voorbij het louter choreografische domein. Het zou zelfs mogelijk moeten zijn om de leiding van zo’n instelling in handen te geven van een danser (en niet alleen van de choreografen)! Een danser is tegelijk meer en minder dan een choreograaf: hij is iemand die onder leiding van andere choreografen werkt, die ook meer dan alleen zijn eigen werk steunt, en die weet dat zijn lichaam wordt beïnvloed door het werk van vele anderen, de body van zijn ouders, de body van zijn leraren en de gehele body van de samenleving. En als hij soms de vertolker van een choreografisch script is, kan een danser evengoed anybody zijn, want bijna iedereen heeft dat wel eens geprobeerd. Ik stel voor het woord ‘Choreografisch’ te schrappen omdat een Nationaal Choreografisch Centrum zoveel méér is dan een plek waar de kunst van een choreograaf kan gedijen. We moeten niet alleen verder denken dan het steunen van dansgezelschappen, maar ook buiten het kader choreograaf-vertolker-gezelschap, om een rijkere symbolische inhoud te scheppen… Allen, de dansbeoefenaars, degenen die erin geloven, kunstenaars, degenen die er niet in geloven, degenen die uit de wereld van de kunst zijn verbannen, van wie ten onrechte wordt gedacht dat ze ervan uitgesloten zijn, de anderen, alle anderen die nog niet weten waar de Choreografische Centra te vinden zijn, zouden daar dan een plaats kunnen ontdekken om hun verbeelding te activeren. Wat een dans is, zou verder moeten reiken dan de beperkte kring van hen die het structuur geven in het dagelijkse leven; het zou zich moeten openen naar een antropologische dimensie die vrolijk de grenzen opblaast die het strikt choreografische veld eraan opgelegd heeft.

En dan is ook ‘Nationaal’ niet meer toereikend. De mentale ruimte van een verreikende actie moet minstens_locaglobaalregioneuropainternationabretontranscontinenzuid _zijn.

Universeel en onderscheidend.

En op de gevel zou je eenvoudigweg kunnen schrijven: ‘Dansmuseum’.

Boris Charmatz

Directeur, Musée de la danse (voorheen Centre chorégraphique national)

Geschreven in Leipzig, Berlijn, Wenen, Rennes, Vanves, Brussel, Montreuil, in de spanne van enkele weerbarstige nachten.

Voor de volledige versie van het Manifest, ga naar:

www.museedeladanse.org.

Onderdeel van expo zéro een project door Musée de la danse en geproduceerd door BAK samen met Springdance